woensdag 9 juli 2008

EXB

Datum: 6 juli 2008 18:40:57

Hallo Jeanine,

Ik heb een aantal dagen geleden van Lucette een mailtje gekregen omtrent het uitgeven van het boek, daar stond in dat u er nog op terug zou komen? Nu goed, ik weet er het fijne ook niet meer geheel van, dus stuur ik het even door.

Groeten,

Michiel

Begin doorgestuurd bericht:

Ha die Michiel,

Ik had het aan Jeanine voorgelegd. Het leek mij niet verstandig om - stel dat er een uitgever geinteresseerd was - deze bij voorbaat al te laten weten dat een eventueel boek pas na afronding van het onderzoeksproject in 2010 ofzo kon worden uitgegeven. Op zo'n basis reist niemand die ik ken zo maar naar Genk af uit Amsterdam.
Dit heb ik haar een paar weken geleden alweer voorgelegd. Ze zou er nog op terugkomen, maar dat heeft ze niet gedaan. Dus ik heb ook geen mensen meer uitgenodigd. Ik heb het toen maar toch heel brutaal naar mijn uitgever gestuurd, al geeft die eigenlijk alleen ' serieuze' literaire boeken uit, dus zonder plaatjes. Ik kreeg van hen wel een heel positieve reactie - ze vonden het mooi - maar vonden zichzelf niet de juiste uitgever. Ze raadden me aan naar Oog & Blik te gaan. Maar daar ken ik niemand.
Misschien moeten we samen besluiten dat we het gewoon aan uitgevers opsturen?

Laat je even weten?

En ben je nu blij dat je je diploma op zak hebt? En is het alle moeite waard geweest? Dat hoop ik.
Veel groeten,

Lucette
Datum: 27 juni 2008 15:35:25
Lucette schreef

Ha die Michiel,

Ik vroeg me af: zou ik een exemplaar van het boek kunnen krijgen?

Want ik ben heel benieuwd om het in het echt te zien.

Veel groeten,

Lucette

Foto's Boek

Datum: 25 juni 2008 12:14:16

Hallo Lucette,

Ik stuur u bij deze de foto's door van mijn boek. Gisteren was de persvoorstelling, die was op zich wel redelijk gegaan, redelijk wat positieve respons gehad. Het was alleen jammer dat er volgens Kris en Jeanine weinig mensen van uitgevers waren komen kijken. De foto's zitten in de bijlage. Heeft u eigenlijk nog iets gehoord van die vrienden van u die bij een uitgeverij werken/hebben?

Groeten,

Michiel


23 juni 2008 23:05:25

Lucette schreef:

Ha die Michiel,

Ik vroeg me af hoe het gaat? Heb je de laatste hektische dagen/weken doorstaan? En heb je nu morgen je laatste beoordeling?

Ik vind het heel jammer dat ik er om 4 uur niet bij kan zijn, want ik ben heel benieuwd hoe het boek is geworden. Maar zoals gezegd: lang afgesproken familieverplichtingen.

Ik hoop van je te horen hoe het is gegaan, en hoe het eruit ziet.

Veel groeten,

Lucette

Het hele boek

Datum: 5 juni 2008 00:08:53

Hallo Lucette,

Bedankt voor de snelle reactie, ik zal het zo snel mogelijk verwerken en dan zal ik je een persmap pdf-je (daarvoor was is het cv en de quote nodig) mailen, samen met de definitieve cover voor het boek.

ik zal even vertellen hoe het nu verder gaat: Het is voor nu de bedoeling dat we een dummy versie maken. We moeten dus voor de jury het boekje zelf 'zetten' en printen, katernen naaien e.d. De hele mik-mak. Ik zal anders als ik de dummy heb geprint en in elkaar heb gezet een foto maken, krijgt u toch een beetje een idee van hoe het er uit ziet. n de bijlage zitten alle spreads, het hele verhaal is nu af, hoezee hoezee.
ik zal je verder op de hoogte houden van verdere ontwikkelingen, das misschien wel leuk voor u om dat ook een beetje te weten.

Groeten,

Michiel

Boek

Datum: 3 juni 2008 16:20:11:

Hallo Lucette,

Ik kreeg zojuist een e-mal van school, waarin onder andere het volgende stond:

"dag

Morgen komen Geert en Ado ons vervoegen voor de laatste keer.
We gaan dan met onze boeken in de eindfase. Dat wil zeggen dat jullie morgen een voorstel hebben voor papier en kaft. En we spreken een standaard colofon af.

Daarnaast gaan jullie ieder een pagina maken die toegevoegd wordt aan de persmap (maar ook in PDF formaat voor eventuele digitale verzending) met beeldmateriaal van het boek en tekst met toelichting. We spreken morgen het format af.
De afwerking hoeft maar binnen een aantal dagen, maar dit is vlug gefixed, zou Wes zeggen!
Wat die toelichting betreft;
Korte omschrijving van het verhaal
Korte cv auteur
korte cv student
quote van auteur over samenwerking
quote van de student over samenwerking
DOE EEN POGING OM DIT UIT TE SCHRIJVEN tegen morgen, kunnen wij verbeteren"


Ik heb dus van u een kort c.v.tje nodig en een quote van u over de samenwerking. Wat betreft de korte omschrijving van het verhaal stel ik voor om het tekstje wat op de achterkant van de kaft komt te staan te nemen. Ik vond dat persoonlijk wel een goed tekstje.

Ik heb als het goed is alles af nu, ik bespreek het morgen nog een keer met Ado en Geert en Kris, en daarna zal ik het doorsturen naar u, het hele boekje, alle pagina's e.d.

Groeten,

Michiel

Laatste Spreads

Sent: Thursday, May 29, 2008 12:04 PM
Subject: Laatste spreads







































































Hallo Lucette,

Hier ben ik weer. Ik heb nu voor alle pagina's een beeld gemaakt. Ik zal
ze hieronder even allemaal toelichten. Ik heb de beelden net met de
leraren hier doorgenomen en ik moet nog een paar aanpassingen maken aan
een paar pagina's.

Eerst even algemeen:

Ik moet uw tekst aanpassingen nog toevoegen. Dit gaat nog gebeuren.
Ik ga de grootte van de tekst iets aanpassen. Nu is staat het op
corpsgrootte 12. Nadat ik een paar prints had gemaakt vind ik het toch wel
wat groot. Het wordt nu een beetje een kinderboekje vind ik persoonlijk.
Ik ga het eens in corps 10 zetten en dan in combinatie met een iets
grotere regelafstand.

De spreads zelf:

spread 34:
Ik heb de bocht veranderd. Ze is nu flauwer geworden en iets groter. De
vorige bocht was meer een haakse bocht. Ik heb het stukje tekst 'Weg wilde
hij, weg van die schandalige....te grabbel lag'

spread 35:
Een nieuw element toegevoegd, ik heb gekozen voor die typsiche, lullige
tegeltjes die ik persoonlijk nogal burgelijk vind. De spreuken die erop
staan, voegen naar mijn mening wel wat toe, ze spelen in op de situatie
die in de tekst staat.

spread 36:
ik heb hier gebruik gemaakt van een weegschaal. Het rode vlak wat je ziet
begint bij 93 kilo, en er gaat vervolgens 20 kilo vanaf, wat dan overeen
komt met de 20 versnellingen. (versnellingen kun je ook lezen als in:
sneller fietsen, meer energie verbranden, meer gewicht verliezen.) De
leraren vinden dat de weegschaal er een beetje losjes bijstaat, misschien
integreer ik ze nog met de 20, dat de nul wordt vervangen door de ronde
weegschaal. Het lege bord geeft aan dat hij aan tafel zit, tevens vind ik
het servies nogal typisch Nederlands. Ik meen dat heel veel mensen dit
servies hebben, ik ziet het toch veel op televisie e.d.)

spread 37:
Dit is een van de spreads waar ik nog niet tevreden over ben, het is nu
slechts een hekje met de rode lijn erover. Misschien dat ik op de een of
andere manier kan proberen om het huis van jongens van Sjefke Mertens af
te beelden. Ik heb een grapje proberen uit te halen met het zinnetje 'Toen
verdwenen ze om de hoek'. Het om de hoek staat op de volgende pagina.

spread 38:
Aan de linkerzijde staat dus nog 'om de hoek. Aangezien hij hier de
beslissing neemt heb ik op het bord de schijf van vijf gezet, aangezien
hij zich wil gaan beteren met zijn eetgewoontes.

spread 39:
Gezien vanuit de kant van Mo en Jo zelf. De drie schoppen staan voor de
schopschop zal maar zeggen. Dit is misschien een beetje ver gezocht, ik ga
nog kijken of ik hier iets anders voor kan bedenken.

spread 40:
De ommekeer, gezien vanaf de kant van Mertens. Mo is flink aan het graven
etc. Ik heb de lijn van rood naar blauw laten gaan, om aan te geven dat
het vanaf nu anders gaat; hij wil zijn gewicht kwijtraken, gezonder eten
etc. Alles om zijn fiets te krijgen.

spread 41:
Lucht en duiven. Een referentie naar de stukjes moeder die uit de combine
machine vlogen. Verder veel met luchten gewerkt om het goddelijke aspect
uit te beelden.

spread 42:
Weer een beetje een magere pagina vind ik persoonlijk, maar ik heb er even
niet snel een idee bij. Ook hier ga ik nog wat aan sleutelen.

maandag 12 mei 2008

Voorstel voor kaft.

















Hallo,

Ik heb even snel twee mogelijke kaften gemaakt voor het boek, om even met iets anders bezig te zijn. Misschien dat ze een beetje te druk zijn, ik weet het nog niet helemaal. Verder heb ik er geen tekst nog bijgezet buiten de titel dan omdat ik eigenlijk niet weet of er een algemeen tekstje op de achterkant komt waarin het onderzoek wordt uitgelegd. de kaften zitten in de bijlage. De linkerkant van het beeld is de achterkant. Even voor de duidelijkheid.

Michiel

zaterdag 10 mei 2008

Spreads 29-34
















































01.
Pagina van de vorige keer, erbij gedaan zodat het duidelijk is waar we gebleven waren, aangezien het alweer een tijdje geleden is.

02.
Pagina die nog louter typografisch is. Heb hier puur ingespeeld op het stukje 'vreemde woorden'. Waarschijnlijk zal de pagina nog wel wat veranderen, ben er zelf niet geheel tevreden over, maar het zal voldoen voor nu eventjes.

03.
pagina waar ik gebruik heb gemaakt van het standaard fiets-pictogram. door middel van de helling ( de fiets gaat de berg op) proberen duidelijk te maken dat het lijkt alsof zijn droom zowaar realiseerbaar lijkt. Verkeersbord erbij gezet en een 'grapje' uitgehaald met het hellingspercentage, ik heb daar een 9 van gemaakt, om terug te spelen op de 9 kilo. Een andere leuke toevallige bijkomstigheid is dat het zwarte vlakje in dat verkeersbord praktisch overeenkomt met de 'geodriehoek' op de allereerste pagina. Zoom maar eens in op het bord, dan ziet u het vanzelf.

04.
Het keerpunt, het beeld wat aan flarden wordt geblazen. De fiets krijgt hier vierkanten banden, omdat er op vierkante banden weinig te fietsen valt, tevens sluit het aan bij het kapot gaan van zijn droom.
Ik heb Mo hier uitgebeeld als een dikke rode stip. Dit omdat ik persoonlijk de lezer een beeld wil geven van hoe Mo er uit ziet, het is leuker als ze er zelf een beeld bij verzinnen.
Ik heb het woord drieënnegentig stiekem in een cijfer gezet en heel groot gezet, om het zware gewicht te ondersteunen. Als u het er niet mee eens bent, met schrijven cijfers in nummers, dan zegt u het maar, dan zet ik het woord weer terug, ik weet dat normaal gezien alles tot honderd voluit wordt geschreven?
Verder heb ik geprobeerd om de knappende spaken van het wiel uit te beelden door gebruik te maken van bomen. Dit ook alvast als voorproefje op het stukje tekst verderop ('als een boom werd hij geveld'). Alleen staat het 'wiel' er nu maar wat. ik ga er nog na kijken. Maar zo krijgt u alvast een idee waar ik mee bezig ben.

05.
Een ietwat sobere pagina, maar ik vond het wel kunnen, een teruggreep op de herhalingen van het huis, helemaal in het begin van het verhaal. Ik heb in de tekst, het stukje 'in het bos' weggelaten, omdat ik het al laat zien.

06.
Hetzelfde beeld, alleen de trajectlijn ondersteund een deel van de tekst, door het slingeren weer te geven en het moment dat hij valt: de vlek. Wat tevens weer een mooi raakpuntje is met een eerdere pagina in het boek.

07.
Het versterkende, herhalende terugpakkende effect van de boompjes reeds eerder gebruikt. De bocht door middel van de schors weer uitgedrukt en de trajectlijn die rechtdoor gaat. Het zinnetje 'Weg wilde hij, weg van die schandalige bocht...lag' op de rechterpagina gezet omdat ik het een kenmerkend zinnetje vond. hij wordt hier als het ware weer gecofronteerd met zijn eigen onvolkomenheden.

maandag 31 maart 2008

Hele verhaal

De cannondale
Door Lucette ter Borg

Als er iets was wat Mo graag wilde hebben, dan was het een fiets. Een blauwe met fluorescerende strepen op de velgen, zo’n vogel van vederlicht carbon, waarmee de jongens van Sjefke Mertens op zondag gingen koersen. Van hier helemaal naar Herentals, waar ze een pintje namen op de grote markt, en dan met een bocht via Wuustwezel weer terug. De halve wereld pakten die jongens van Mertens op zo’n dag.
Mo was vroeg wakker geworden en dat het zondag was wist hij omdat Jo naast hem lag te slapen. Doordeweeks en op zaterdag werd hij gewekt door het gezoem van de stofzuiger, dat hem in zijn halfslaap deed dromen over de propellors van het eenmotorige vliegtuigje waarmee hij over de Noord-Afrikaanse woestijn of de Mazurische meren vloog.
Maar nu werd hij wakker van een ander geluid. ‘Fieoh-whoah, fieoh-whoah.’ Alsof iemand ergens een luchtbed oppompte. Hij deed zijn ogen open en de korsten van de nacht die in zijn ooghoeken en wimpers zaten vastgekleefd, braken in zout gruis uiteen. Jo lag met haar rug naar hem toegedraaid, een enorme berg vlees met een lapje erover.
‘Vind je mijn rug mooi?’ had ze zo ontzettend veel jaren terug alweer tegen hem gelispeld dat de woorden niet eens meer een zin in Mo’s hoofd vormden maar alleen maar woorden, kris-kras door elkaar, met een echo die oploste zodra je hem probeerde te ontcijferen. Hij had nooit durven zeggen dat Jo’s rug hem afstootte. Waarom zou hij ook? Jo was een goede vrouw, en tegenover alle keren moeizame seks stonden de heerlijkste gehaktballen die Mo zich maar kon wensen, en overhemden gestreken over de stoel.
Het enige stuk bloot dat Mo nu zag, met zijn hoofd opzij gedraaid in zijn zweterige kussen, was haar nek, en die lag half geknakt in lobben op het matras. Hij voelde onder de dekens en zuchtte. Japie, waar ben je gebleven?
Zijn maag knorde en hij stond op, sloeg zijn kamerjas om en slofte naar beneden over de uitgesleten plekken van de trap. Hij passeerde foto’s van kinderen, aanhang, kroost zonder te zien wie wie was, wanneer en waarom. Dat was Jo’s ding. De schilderijtjes en de lijstjes, de potjes en vaasjes en andere prullaria waarmee ze het huis volstouwde. Mo’s ding was dakgoten schoonmaken, gras maaien, lekke kranen repareren, de fritespan uit de schuur dragen, en natuurlijk de centen. Vijf dagen per week, veertig jaar lang had hij om acht uur ’s ochtends de deur achter zich dichtgetrokken om naar zijn werk te gaan. In het begin trapte hij acht kilometer heen en acht kilometer terug, maar toen er meer geld kwam, kocht hij een gele opel kadet, de eerste in de straat.
Mo liep de keuken in. Het licht van de ochtend was knapperig als de jonge sperzieboontjes achter in de moestuin. Hij trok de deur van de ijskast open en pakte een reep melkchocolade. Hij ritste het papier open en beet met een grom de helft van de reep af. Terwijl zijn kiezen de harde brok met krenten vermaalden en zijn smaakpapillen juichten, hoorde Mo Sjefs jongens praten in de schuur.
‘Nog een bietje meer lucht,’ hoorde hij Twan zeggen, en wat Wil antwoordde kon hij niet verstaan, maar het klonk als de blaf van een schorre hond.
Het waren klootzakken, die jongens van Sjef.

Groffe bek. Potten bier binnen handbereik. Een lach als een kettingzaag die aanslaat in een bevroren bos. Sloeries eromheen. Ze lieten hem gewoon staan aan zijn kant van de ligusterheg als hij vroeg of het wat minder hard kon en wat minder walm, asjeblief. Want in de zomer had het niet eens zin dat Jo de stoelen uit de schuur haalde en het spinrag van de kussens klopte. De doodvlees-rook van de barbecue van Mertens bedierf alles wat er aan jasmijn, vlinderstruik en zoete sering op de tuin stond te bloeien.
Mo’s wangen kleurden rood, zijn slapen klopten, maar zijn mond leek met krammen dicht geklonken. Hij deed tien stijve stappen naar rechts, tien naar links. Hij dacht: als ik hier blijf, zien ze me wel, dan begrijpen ze vanzelf wat ik bedoel. Maar Sjefs jongens zagen hem niet staan. Ze krabden aan hun ballen en lieten een boer.
‘Waar is mijn geweer!?’ In de keuken kaatste zijn stem tegen de muren. ‘Goddomme, ik schiet die klootzakken allemaal overhoop!’ Jo’s hoofd dook op uit de kelder. ‘Je hébt helemaal geen geweer. Wil je sperziebonen vanavond of peultjes?’ Mo stampte door de woonkamer, de gang door, omhoog de slaapkamers in en weer naar beneden. Hij sloeg alle ramen en deuren dicht. ‘Sperziebonen dan maar?’ zei Jo en zette de televisie aan. ‘Kom, maak niet zo’n soesa.’ Ze klopte op de bank naast zich. ‘Er is tennis.’
Woedend zakte hij neer, griste de koptelefoon die in de televisie was geplugd uit Jo’s handen en klemde die om zijn hoofd. Het ritmische geplok-plok van de bal op het gravel, het monotone stemgeluid van de scheidsrechter die deuce zei en game over, de hevige emoties die hij volgens zijn huisarts moest zien te vermijden - alles bij elkaar zorgde ervoor dat zijn hartslag langzaam daalde naar normaal, dat het zweet op zijn voorhoofd en rug opdroogde, en Sjefs jongens oplosten in het veilige schemerdonker van de woonkamer. Hij sukkelde in slaap en werd pas wakker toen Jo hem een kop dampende soep onder de neus duwde. ‘Half zes, ik dacht: je hebt vast trek.’

‘Nog één keer pissen,’ hoorde hij Wil tegen Twan zeggen. Mo propte de andere helft van de reep in zijn mond. Hij hoorde gerasp van een fietsstuur dat tegen een bakstenen muur schuurde, hij hoorde de klak van de metalen beugel waartussen de bidons werden geklemd, en daarna hoorde hij het droge getik van de noppen van de wielrenschoenen op de terrastegels.
Maanwitte kiezels met lichtgele vlekken, vliegende schotels met spikkels, platte stenen geslepen door het water dat langs de oevers van de beek stroomde. Als kind trok hij het bos in, sprong over sloten, klom over het prikkeldraad, ploegde door zompige weilanden vol boterbloemen en wilde margrieten. Hij volgde de loop van de beek totdat hij een broekzak vol kiezels had, glanzend van het vocht en koud als het binnenste van een hol diep onder de aarde. Hij ketste de keien tegen elkaar, met zijn oor er vlak tegenaan. Het klonk als het klik-klak van de noppen van de wielrenschoenen van die van Mertens.
Alles werd mogelijk. Ver, snel en eigen baas. Been over het zadel. Niet omkijken. Gewoon je neus in de wind en de haren achter je oren. Bril op. Handen geklemd om het stuurlint. Schoenen in de pedalen. IJzeren kuiten die hun werk deden als er maar genoeg zuurstof in het vlees kwam. Diep inademen. Kabels in de armen: van hem. Kabels over zijn borst: van hem. Kabels over zijn rug: van hem. Want hij was de snelste. Zoals hij altijd was.

Er lag een leverworst in de koelkast, een pak appelsap en een nieuw stuk kaas. Met zijn handen vol liep Mo de woonkamer in, elleboogde het licht aan en zette het eten neer op het tafeltje bij zijn leesstoel. Toen pakte hij de stapel folders, die hij van Boogaars had meegenomen. ‘Nee hè, niet een fiets toch?’ zei Jo. ‘We zouden naar Frankrijk dit jaar. Als je maar weet dat ik je niet kom oprapen.’ Ze liep naar de keuken en klabamde de pannen in de kasten en op het fornuis.
Hij mompelde iets. Nu. Een etmaal later. ’Ja sorry hoor’ ging over in vreemde woorden, die betekenis kregen toen zijn ogen zich aan de plaatjes in de folder hechtten. Een truvativ crankstel. Aёrodynamische voorvork. Mini V-brakes. Flat-handlebar. Shimano afmontage. Frame tripple butted allroad. 28 mm banden voor nét iets meer comfort. Yesblauw mat. Gewicht nog geen negen kilo.
Negen kilo. Dat was een kleine hond, twee zakken aardappels, een karton met negen pakken appelsap. Yesblauw. Hij zag zichzelf met zo’n supersonisch wonder op zijn nek draven over de kasseien bij Herentals. Alles even licht, schoon en makkelijk. Hij zou verder fietsen dan hij ooit was gegaan. Yes.
Maar toen werd dat beeld aan flarden geblazen en krak-piepte er een ander voor in de plaats. Zo één waarvan hij zich walgend afwendde, omdat dát toch niet de man was die hij ooit had willen zijn. Niet dat afschuwelijke uitgezakte lijf, met een buik die tot ver over zijn ballen hing, met borsten en benen van pap. Yes…blauw. Hij hijgde. Zijn longen huilden om adem. Yes. Blauw. Hij op zo’n prachtig zadeltje met zijn drieënnegentig kilo vol. Zittend. Bonkend. Spaken die één voor één knapten. Slagen in het wiel en niemand die hij inhaalde.
De laatste keer dat hij had gefietst op zijn Batavus herenfiets was hij omgevallen. Hij remde in het bos voor een bocht. Langzaam, nog langzamer ging hij. Zijn wiel begon te slingeren, hij verloor de macht over het stuur. Hij stond bijna stil en zijn benen voelden zo loodzwaar dat hij de zwaai over het zadel en de stang niet kon maken.
Jo stond erbij en keek ernaar.
Hoe hij langzaam omviel. Een boom die geveld werd, eerst traag, maar dan steeds sneller.
Hoe de naden van zijn broek in het kruis knapten, vanaf de ritssluiting voor helemaal tot aan de band op zijn rug.
Hoe hij overeind kroop en zij op hem afliep om haar arm om hem heen te slaan.
Hoe hij haar van zich af had gesnauwd, de fiets uit de modder opgeraapt, de handvaten schoongeveegd, aan de scheur in zijn broek had gevoeld, en toen als een pijl uit de boog naar huis was gereden.
Weg wilde hij, weg van die schandalige bocht waar zijn decorum te grabbel lag.
Thuis spraken ze er niet meer over. Zijn fiets had hij niet meer aangeraakt. Het ding verdween in de schuur, waar de spinnen draden weefden tussen stuur en handremmen en er haarscheurtjes in het kunststof zadel verschenen. Toen Jo voorstelde om een briefje bij de Albert Heijn op te hangen en die fiets te koop aan te bieden, had hij zwijgend geknikt. Van het geld hadden ze een nieuwe parasol voor op het terras gekocht.
En nu keek hij naar deze nieuwe generatie fietsen, afgemonteerd met twintig versnellingen, met stevige velgen en een niet al te diepe zithouding. Hij kon, hij zou nog best. De snelste. Zoals hij was en altijd zou zijn.
Vanuit zijn stoel bij het raam zag hij Sjefs jongens het poortje uit fietsen. Ze lachten tegen elkaar en zetten hun fietsbril op tegen de zon. Ze draaiden zich om op hun zadels en zwaaiden naar Moe Martens, die in peignoir op sloffen aan de voordeur stond. Toen verdwenen ze om de hoek.
Mo’s blik bleef hangen aan de kaas op het tafeltje, de leverworst, het pak appelsap. Hij had helemaal geen honger en over een uurtje zou Jo al weer klaar staan met het ontbijt. De leverworst waar hij een hap uit had genomen, grimaste naar hem. De kaasblokjes die hij had afgesneden glommen in het ochtendlicht. Plotseling was hij het zat en nam een besluit.
Hij hees zich overeind uit zijn stoel, graaide met een brede armzwaai alle etenswaren bij elkaar en liep door de achterdeur van de keuken naar de schuur. Daar pakte hij de schop van de haak en liep ermee de tuin in. Hij prikte achter de rhododendron in de grond – te hard. Hij prikte naast het bamboe achterin de tuin – te veel wortels. Hij prikte naast de prei, aan de kant van Mertens, en daar sneed zijn schop soepel door het zand. Hij begon te graven. Vier, vijf, twintig scheppen. Zijn pyamajasje raakte klam van het zweet. Zout prikte in zijn ogen. Een stekende pijn vlamde door zijn rug en zijn schouders.
Maar desondanks voelde Mo zich met iedere schep aarde die hij naast zich neergooide lichter worden, alsof hij zichzelf leeg schepte, een beerput die leeg moest. Hij ging alles begraven. Dat moest – want Jo zou het meteen zien als hij iets in de vuilnisbak gooide. De leverworst, de volvette kaas, de chocoladerepen (en er was vast meer in de ijs- en de voorraadkast dat vooral uit kilojoules bestond): dat alles kon compleet de grond in. Hij zou gaan lijnen zoals dat mens van Bakker op de televisie zei. De banden om zijn middel zouden oplossen en hij zou zijn voeten weer kunnen zien onder de douche. Hij zou met gemak weer in zijn oude overhemden glijden, nooit meer uit een broek knallen, nooit meer zomaar nog omvallen. Nooit meer zou hij buiten adem raken van niks.
Hij zou worden wie hij vroeger was. Toen hij nog fietsen kon en de trap oprende voor een schone theedoek. Hij zou weer worden wie hij was voordat zijn moeder verongelukte in een combine-machine en in duizend stukjes over het maisveld vloog. Zijn moeder, die hem Matteo had gedoopt en hem als enige zo noemde. Omdat ze zei dat hij door God was gegeven en niet door iemand anders.
Ja, hij zou weer degene worden die zijn moeder zo graag zag. Hij zou op een Cannondale stappen, zoals Mario Chipollini, vlug, sierlijk als een hert en knoerthard. Hij zou fietsen alsof er niets anders bestond, behalve dit gevoel: dat hij geluidloos over het asfalt vloog, niet alleen naar Herentals maar helemaal tot aan de Mazurische meren en de Noord-Afrikaanse woestijnen aan toe.